Recente jurisprudentie levert zorgvastgoed forse besparingen op
Op het gebied van zorg- en medisch vastgoed is de laatste jaren veel veranderd zowel operationeel als fiscaal gezien. Deze veranderingen komen amper tot uiting in de vastgestelde WOZ waarde.
Op basis van recente uitspraken van de Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan in Nederland, leiden de volgende punten tot forse besparingen in de zorgsector:
- Woondelenvrijstelling;
- Werktuigenvrijstelling;
- Het onjuist hanteren van de taxatiewijzer;
- Zuiveringsheffing.
Woondelenvrijstelling zorgvastgoed
Op basis van de meest recente jurisprudentie met betrekking tot de woondelenvrijstelling, is bepaald dat er bij zorgvastgoed waarbij gewoond wordt, een groot deel van de onroerende zaakbelasting dient te worden vrijgesteld. De gedeelten van verpleeg- en verzorgingstehuizen, die in hoofdzaak dezelfde functie hebben als de vergelijkbare gedeelten van een woning, zijn vrijgesteld van gebruikersbelasting. Dit zijn bijvoorbeeld de eigen slaapkamers van de bewoners, maar ook de gemeenschappelijke woonkamers, eetzalen, keukens, sanitaire ruimten en andere ruimten die gezamenlijk door de bewoners worden gebruikt. Deze situatie geldt dus voor verpleeghuizen, dagverblijven, gezinsvervangende tehuizen en verzorgingshuizen. Dit betekent dat er fors op de gebruikersbelasting kan worden bespaard. In veel gevallen heeft de gemeente al een vrijstelling toegepast maar dit is vaak veel te weinig. Wat veel zorginstellingen niet beseffen is dat in veel gevallen het woondeel dusdanig hoog uitvalt dat het hoge niet-woningtarief wordt omgezet in het lage woningtarief. Dit betekent een besparing van honderden tot duizenden euro’s per complex.
Werktuigenvrijstelling medisch vastgoed
Ook heeft de Hoge Raad bevestigd dat er bij zorg- en medisch vastgoed wel degelijk sprake is van de werktuigenvrijstelling. Deze vrijstelling houdt in dat werktuigen die onder bepaalde voorwaarden niet toe te kennen zijn aan het gebouw maar aan het proces, niet in de taxatie mogen worden betrokken. Dit betreft o.a. installaties die specifiek voor de huidige gebruiker zijn aangebracht.
Deze vrijstelling levert voor zorg- en medisch vastgoed een forse besparing op aangezien zowel het percentage installaties als de restwaarde hierdoor verlaagd dient te worden.
Onjuist hanteren van de taxatiewijzer zorgvastgoed
Verder heeft de Hoge Raad bevestigd dat de taxatiewijzer bij zorg- en medisch vastgoed veelal onjuist wordt gehanteerd met name op de punten restwaarde en levensduur. Gemeenten en/of belastingsamenwerkingsverbanden nemen vaak standaard een te hoge restlevensduur en een te hoge restwaarde voor gebouwen, die al economisch en technisch zijn afgeschreven of soms zelfs al op de nominatie staan om gesloopt te worden. Daarnaast zien we bij grote complexen dat er geen correctie op grootte wordt toegepast omdat alle onderdelen apart zijn opgevoerd in de gemeentelijke administratie.
Zuiveringsheffing zorgvastgoed
Naast de OZB blijkt op basis van een uitspraak van het Gerechtshof dat bij zorgvastgoed vaak een te hoge aanslag wordt opgelegd. Voor de zuiveringsheffing zijn bedrijven ingedeeld in klassen. Elke klasse heeft een eigen afvalwatercoëfficiënt, hogere klassen betalen hierdoor uiteindelijk relatief meer zuiveringsheffing. Uit de uitspraak van de Hoge Raad is gebleken dat het Waterschap onterecht een zorginstelling in een te hoge klasse had ingedeeld. Deze indeling was gebaseerd op de mate van zorg. Indeling in een lagere klasse, kan een zorginstelling duizenden euro’s besparen. Uit onderzoek door Previcus Vastgoed is gebleken dat in 8 van de 10 gevallen het verkeerde tarief is gehanteerd.