22 september 2014
Zoals in de troonrede op Prinsjesdag al werd aangegeven, wordt de verhuurderheffing in 2015 opgeschroefd naar 1.335 miljoen euro. Dit is conform de afspraken die het kabinet in 2013 maakte middels het Woonakkoord. In dit akkoord staat overzichtelijk wat de verhuurderheffing tot en met 2017 opbrengt voor het Rijk.
Korte termijn
Ondanks eerdere afspraken in het regeerakkoord van Rutte 2, zijn de heffingen in het Woonakkoord in eerste instantie lager (tot en met 2017). Na 2018 zullen de in het regeerakkoord genoemde bedragen alsnog worden gerealiseerd.
Lange termijn
In de toelichting van de rijksbegroting 2015 wordt alvast vooruit gekeken naar de situatie na 2018. Vanaf dan gelde de heffingen zoals afgesproken in het regeerakkoord. Het ziet er naar uit dat de verhuurderheffing in 2018 meer dan 2 miljard moet opleveren gezien de 1.99 miljard in 2017, evenredig aan het regeerakkoord.
Als reactie op het toenemende gebruik van de huurtoeslag wordt de verhuurderheffing op de langere termijn namelijk ook verhoogd. Een verhuurderheffing van 2 miljard lijkt hiermee aannemelijk gezien de meerkosten van de huurtoeslag als gevolg van het huurbeleid die er bovenop komen.
Evaluatie
In de eerste helft van 2016 zal een evaluatie van de verhuurderheffing worden voorgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer. Hierin wordt ook gekeken naar mogelijke alternatieven en naar ervaringen met de investeringsaftrek.
Verhuurderheffing volgens het Woonakkoord; opbrengst voor het Rijk t/m 2017
Jaar | Opbrengt RIjk (in miljarden euro’s) |
2014 | 1.165 |
2015 | 1.335 |
2016 | 1.520 |
2017 | 1.700 |