Hoge Raad bevestigt stelling Previcus inzake woondeelvrijstelling bij zorgvastgoed

Hoge Raad bevestigt stelling Previcus inzake woondeelvrijstelling bij zorgvastgoed30 november 2013

Previcus Vastgoed procedeert al jaren voor een eerlijke OZB heffing voor vastgoed dat deels in gebruik is als woning. Met name bij zorgvastgoed leidt de handleiding van het VNG tot een onevenredig hoge aanslag. Op 15 november jongstleden heeft de Hoge Raad richtlijnen vastgesteld die naadloos aansluiten bij de stelling van Previcus Vastgoed.

Middels twee arresten heeft de Hoge Raad namelijk praktische en werkbare richtlijnen vastgesteld die als instrument gebruikt kunnen worden om de vrijstelling van verpleeg- en verzorgingstehuizen van onroerendezaakbelasting te bepalen. Verpleeg- en verzorgingstehuizen kunnen gedeeltelijk zijn vrijgesteld van onroerendezaakbelasting. Over de waarden van die gedeelten van de onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dienen, wordt geen gebruikersbelasting geheven. Echter blijkt dat feitenrechters bij de toepassing hiervan uiteenlopende benaderingen gebruiken. De richtlijnen die de Hoge Raad vandaag geeft, moeten aan deze verschillen een einde maken.

Bij de formulering van de richtlijnen wordt door de Hoge Raad vooropgesteld dat een duurzaam verblijf in een verpleeg- of verzorgingstehuis voor de bewoners daarvan het karakter van wonen heeft. Dat deze bewoners ook hulp, verzorging en verpleging wordt geboden en dat zij daarom beperkt worden in hun privacy en handelingsvrijheid, neemt volgens de Hoge Raad niet weg dat een verpleeg- of verzorgingstehuis voor hen de functie van een woning heeft.

De gedeelten van verpleeg- en verzorgingstehuizen die in hoofdzaak dezelfde functie hebben als de vergelijkbare gedeelten van een woning, zijn vrijgesteld van gebruikersbelasting. Dit zijn bijvoorbeeld de eigen slaapkamers van de bewoners maar ook de gemeenschappelijke woonkamers, eetzalen, keukens, sanitaire ruimten en andere ruimten die gezamenlijk door de bewoners worden gebruikt. De mate waarin die ruimten mede door het verplegend personeel worden gebruikt, is niet van belang.

De gedeelten van verpleeg- en verzorgingstehuizen die worden gebruikt door het personeel van de instelling of andere derden, zoals kantoorruimten, zijn niet vrijgesteld van onroerendezaakbelasting.

In de arresten worden aanwijzingen geformuleerd voor ruimten die voor revalidatie en (para)medische zorg worden gebruikt, voor in de instellingen aanwezige winkels en restaurants, voor de ondergrond van de opstal en voor de bij de instellingen aanwezige parkeerterreinen. Dergelijke ruimten hebben geen woonfunctie en dienen dus wel in de OZB gebruikers heffing betrokken te worden.

In deze zaken ging het om twee verpleeghuizen voor mensen met onder andere behoefte aan psychogeriatrische zorg. In geschil was of vrijstelling bestond voor de eigen kamers van de bewoners, de ruimten voor dagverblijf, de keukens, de badkamers en de ondergelegen parkeergarage. Het hof oordeelde dat de mate waarin bewoners zich vrijelijk kunnen bewegen in een ruimte van belang is voor de vraag of die ruimte in hoofdzaak tot woning dient dan wel volledig dienstbaar is aan woondoeleinden. Dit criterium is gelet op de door de Hoge Raad gegeven richtlijnen niet juist. De Hoge Raad vernietigt de uitspraken van het Gerechtshof. Een ander hof moet de betreffende zaken opnieuw behandelen.

Uitspraken:
11/05565 (ECLI:NL:HR:2013:1125)
11/05566 (ECLI:NL:HR:2013:1126)

Maak net zoals 12.000+ bedrijven bezwaar tegen uw WOZ

  • Marktleider in zakelijke WOZ-procedures
  • Boutique kantoor gespecialiseerd in WOZ
  • Samen met de gemeente en u bereiken wij het beste resultaat
  • Een eerlijke partner
Cover voor Maak net zoals [12.000+] bedrijven bezwaar tegen uw WOZ