Het bezwaar
Bij het voorbereiden van deze casus ziet onze taxateur dat de gemeente geen onderscheid tussen de primaire en secundaire vierkante meters heeft gemaakt. Hierdoor wordt geen rekening gehouden met de aanwezigheid van opslagruimtes en personeelsruimtes. Deze ruimtes zijn ondergeschikt en hebben derhalve een lagere prijs per eenheid. Als gevolg hiervan is de huurwaarde te hoog vastgesteld.
De gemeente laat na de kapitalisatiefactor te onderbouwen middels een bottom-up-berekening of met een gelijkwaardige top-down-koopreferentie met een recent gerealiseerde huurcijfer. Tevens ontbreken relevante huurreferenties, die recentelijk zijn verhuurd, om de gehanteerde huurwaarde te onderbouwen.
Verder valt onze taxateur op dat de gemeente onvoldoende rekening houdt met het opslagrisico. Daardoor is de kapfactor te hoog. Tot slot constateren we dat de gemeente de oppervlakte verkeerd heeft berekend.
De bovenstaande punten leiden tot een succesvol dossier en bezwaar. De WOZ-waarde wordt met € 1.105.000,- verlaagd en dat zorgt voor een netto besparing van € 6.591,11 voor de klant.