Het bezwaar
Previcus heeft specialistische kennis van vastgoed van amusementsparken in huis. Onze taxateur die gespecialiseerd is in dergelijk vastgoed onderzoekt het object van deze klant. Primair stelt onze taxateur dat een waardering op basis van OCF (operating cash flow), vanwege het karakter van onderhavige object, veel beter past dan de gebruikte methode van GVW (gecorrigeerde vervangingswaarde).
Daarnaast geeft onze taxateur aan dat er te weinig functionele correctie is toegepast. De ongecorrigeerde vervangingswaarde mag niet gelijk zijn aan de “losse” onderdelen in de taxatiewijzer. Het is één park, met een zeer incourant karakter. De vervangingswaarde van een los theater uit de taxatiewijzer is niet 1 op 1 toepasbaar op dit object. Onze taxateur valt tevens op dat de gemeente de infrastructuur niet middels de GVW heeft beoordeeld, maar met behulp van de HWK-methode. Er kunnen niet 2 verschillende methodes worden toegepast in één taxatie.
De gemeente ziet naar aanleiding van onze procedure in dat de waardering van dit park niet correct is en te hoog is vastgesteld. De WOZ-waarde voor 2020 is verlaagd met € 1.000.000,-. De uitspraak komt dusdanig laat dat er reeds een dossier is aangemaakt voor 2021. Wij besluiten met de gemeente tot een compromis voor 2021, om geen onnodige bezwaarprocedure voort te zetten. De gemeente gaat akkoord met ons waardevoorstel voor 2021. Zo is iedereen tevreden. De klant omdat die voor 2021 de juiste WOZ-waarde ontvangt. De gemeente omdat er geen bezwaarprocedure behandeld hoeft te worden in 2021. Opgeteld is is er een besparing voor de klant van € 12.125 voor 2020 en 2021.