Vijf miljoen extra kosten woningcorporaties door verhoogde OZB

De gemiddelde WOZ waarde van woningen per 1 januari 2020 is voor het vijfde jaar op rij gestegen. Gemiddeld is de WOZ waarde per woning maar liefst 8,9% hoger dan het jaar ervoor. Hierdoor zien we een flinke stijging in de door coalitiepartijen verhoogde onroerendezaakbelasting (OZB) voor woningcorporaties. Dit levert maar liefst vijf miljoen extra kosten op voor woningcorporaties.

Voorzitter van de Amsterdamse Federatie van Woningcorporaties Egbert de Vries heeft zich hierover uitgesproken tegen De Telegraaf. Volgens zijn schatting zouden de woningcorporaties zo’n vijf miljoen euro extra moeten betalen aan de gemeente. Door de hogere OZB wordt er volgens de Vries minder geld uitgegeven aan bijvoorbeeld het bouwen van woningen of het aardgasvrij maken van huizen.

Maar niet alleen in de Randstad zijn er zorgen om deze verhoogde OZB belasting. Ook de gemeente Groningen laat de OZB flink stijgen om de gemeentebegroting op orde te krijgen. Voor de Groninger woningcorporaties bekent dit dat ze 250 sociale huurwoningen minder kunnen bouwen of bijna een kwart minder aan leefbaarheid kunnen uitgeven.

Sociale verhuurders betalen op dit moment 10 keer meer belasting dan particuliere verhuurders. Dit blijkt uit cijfers die staatsecretaris Snel van het Ministerie van Financiën bekend heeft gemaakt.

De coalitie van GroenLinks, D66, PvdA en SP presenteerde begin september de bezuinigingsplannen. Deze zouden nodig zijn om het gat in de begroting te dichten dat is ontstaan door de coronacrisis. Hierin staat omschreven dat de OZB met 35 miljoen euro verhoogd wordt. Dit komt neer op € 28,50 per jaar voor een huis van vier ton. Het lijkt weinig, maar voor een woningcorporatie met een bezit van duizenden woningen komt dit aan als een mokerslag.